Het is een druk weekend. De zussen verjaarden allebei deze week en hadden ons alletwee dit weekend uitgenodigd om daar een glas op te komen drinken. Een verre wandeltocht zat er dus niet in.
Om het niet ontzettend ingewikkeld te maken besloot ik gewoon in de buurt te blijven en liefst een kant en klare tocht te plannen. Ik herinnerde me dat er eentje op de groteroutepaden website stond die aan de Vroente vertrekt en dan een stukje via de GR5 en de GR 12 in Kapellenbos oppikt. Dat is een kant waar ik nog niet ben gaan wandelen. Dus de knoop was snel doorgehakt.
Ik vertrok rond 7u30. Het was eigenlijk al best warm. Die lange broek was misschien toch niet zo'n goed idee...
Het eerste stukje was bekend terrein. Maar het broedseizoen is voorbij dus ik kon weer door het begrazingsgebied (en zo die vreselijke zandvlakte mijden).
Al snel stond ik aan de Vroente die helaas nog gesloten was en dus geen comfortabele sanitaire stop kon bieden. De GR5 loopt langs de Withoefse heide. Ik moest de variant richting Heide-Station volgen. Dat pad is nogal redelijk druk. Erg vervelend dus bij hoge nood...
Aan het station van Heide volg ik de fietsostrade. Een vervelend lang stuk maar vlak voor de overweg van Kapellenbos stuurt de route mij door de villawijk richting de "blokskesweg". Na een kort stukje over de gewestweg werd ik het langs de antitankgracht het bos ingestuurd. Heel het bos was voor mij alleen. Er waren nog niet zo veel mensen op de been. Hoe dichter ik echter bij de Oude Galgenstraat kom, hoe meer mensen ik begin tegen te komen. De meeste knikken vriendelijk. Maar een paar oudere dames spreken me aan en vragen of ik naar Compostella op weg ben en ik vertel hen over mijn plannen.
Een eind verder let ik niet goed op en loop verder langs de GR12 in plaats van de Oude Galgenstraat over te steken en langs het Fort Ertbrand en het Ertbrandbos richting Putte de lopen. Gelukkig moet ik niet heel ver terug wandelen. Op een boomstronk geniet ik van een eerste rustpauze en een mueslireep. Als ik mijn tocht verder zet, duurt het niet lang voor ik terug in de bewoonde wereld kom.
Op een verweerd oud bankje in een woonwijk eet ik mijn boterhammetjes op en vul ik mijn drinkenbus nog eens bij terwijl ik de route op de gps bestudeer. De afstand tussen thuis en de Vroente had ik toch wat te optimistisch ingeschat. Het zal knokken worden om op tijd terug thuis te geraken. Ik besluit om een deel van de route in te korten en de Ossendrechtse Duinen letterlijk links te laten liggen door de Oude Postbaan te blijven volgen. Met dit besluit ruim ik alles op en trek weer verder. Na een aantal links-rechts zigzaggen kom ik aan een bekend punt: de Grensstraat. Ik besef dat het mentaal nu een vervelend stukje wordt: lange stukken rechtdoor. Ik heb liever wat kortere stukken zodat ik steeds een doel heb om naar toe te lopen. Dikwijls leg ik mezelf dan ook op om pas op een bepaald punt te mogen stoppen om te drinken/eten. Als ik dat niet doe, stop ik om de 100 passen of zo. Gelukkig blijkt de Oude Postbaan een fijne laan te zijn. Mijmerend over postkoetsen en hoe de route vroeger dan misschien geweest zou kunnen zijn loop ik verder. Ondertussen ben ik ook een volgend boek beginnen te beluisteren: "De Heks van Limbricht". Het verhaal speelt zich af in 17de eeuwse Limbricht en zou op waargebeurde feiten gebaseerd zijn. Heel toepasselijk om daar nu naar te luisteren, want Limbricht is een van de plekjes in Nederlands Limburg waar we in september komen. Dat wist ik niet toen ik het boek selecteerde. Wat een verrassing om plots te ontdekken dat je voorvaderen een rol in een roman spelen. Zo komt geschiedenis een heel stuk dichterbij.
Na de eindeloos lange laan kwam ik aan het Kriekelareven. Van hier was het weer bekend terrein. Een vluchtige blik op de klok leerde dat het krap maar haalbaar was om op tijd thuis te zijn en nog even te douchen voor we zouden moeten vertrekken. Ook nu besloot ik de iets gerichtere route langs de brandtoren te nemen en niet, zoals de gps zei, langs de Putse Moer te gaan. Eenmaal thuis klokte ik af op 26,5 km. Niet slecht dus.
Na een koffie, met de zondagse koffiekoek, en een douche was het tijd om naar Jeroen's zus te vertrekken. Toch opmerkelijk dat je na een dikke 6 maanden je na zo'n dagtocht toch nog de energie hebt om naar een feestje te gaan. Niet dat je dan helemaal loss moet gaan (best niet, want dat ene glas bubbels vond mijn lijf blijkbaar toch lastiger om te verwerken. Wie nu denkt dat ik helemaal poepeloere was, moet ik teleurstellen. Dat ene glas stak bij de laatste slok gewoon al ferm tegen.)
De afgelopen week stond eigenlijk helemaal in het teken van de stamboomtocht. Dinsdag hielden we samen met de kinderen een studie van kant-en-klare trekkingsmaaltijden. Meer dan water koken moet je daarvoor niet kunnen. Ideaal als je maar 1 klein brandertje mee hebt. Ik maakte professionele beoordelingsfiches en iedereen mocht mee punten geven op categorieën. Wat hadden de kinderen plezier in het proeven en ontdekken van alle verschillende zakjes. En op een of andere manier trok het Anne-Marie over de streep. Zolang zij niet moet wandelen, vindt ze mijn wandeluitdaging best. Van zodra ze geacht wordt zelf nog maar 100m mee te wandelen, krijgen we een hoop gepreutel te horen (niets dat een puber niet hoort te doen). Maar die trekkingmaaltijden vindt ze zo lekker dat ze het plots geen probleem zou vinden moest ze 20km mee moeten wandelen om daarna zo'n zakje te mogen eten.
Ook Kamiel genoot en zag al helemaal voor zich welke avonturen we allemaal zouden beleven met pakjesvoer in onze rugzakken. En Matthijs...tja... "Wat gaan we nu proeven? Ik heb nog honger..."
Voor we echt vertrekken in september wil ik graag eens een dag of 3 van camping naar camping wandelen om al het materiaal, het slapen, het dagen na elkaar wandelen, enz. uit te testen. Ik deed in mei al een try out. Maar deze keer is het echt de bedoeling om verder van huis te zijn en geen lekker warm bed als back-up te hebben. Eigenlijk stond dat al in juli op de planning, maar door de onzekerheid over de vaccinaties heb ik dat wat naar achter geschoven. Maar wat, hoe en waar? Net zoals een overvolle menukaart op restaurant zijn de meerdaagse wandelmogelijkheden eindeloos. En dat verlamt. De knoop is ondertussen doorgehakt: ik wil een stukje van het Grenslandpad (van 's Gravenpolder naar Essen) doen. De campings zijn uitgezocht, de route staat klaar en ook de laatste spullen kunnen stillaan van het lijstje geschrapt worden. Maar, ik vrees dat ik al naar een alternatief op zoek zal moeten gaan. De evolutie van de coronacijfers in Nederland zijn foute boel. Hopelijk blijkt achteraf dat het allemaal mee valt.
Ook voor de route in september zal het misschien spannend worden. In het voorjaar, tijdens de 3de golf, zag ik de bui al hangen en heb ik al een alternatieve route uitgestippeld. Vele mensen rondom mij reageerden toen wat lacherig om mijn voorzichtigheid. Hoewel het toen misschien een beetje voorbarig was, komt nu toch al wel eens voorzichtig de vraag of er een plan B is. Ik heb dus weer een paar avonden achter de computer voor de boeg om verschillende websites en kaarten te vergelijken. De route door België is waarschijnlijk minstens even afwisselend. Maar het is niet de route die onze stamboom gemaakt heeft. Hoewel het niet gelukt is om alle geboorte- en/of sterfplaatsen terug te vinden, kunnen we wel min of meer stellen dat de lijn vanaf Eynatten, door Nederlands Limburg en Noord-Brabant loopt. Net dat sprak me zo aan in de originele route. Voorlopig hou ik nog vast aan de oorspronkelijke route. Maar, ik wil me wel rustig kunnen voorbereiden op eventuele verstrengingen ivm reizen. Alles afblazen en uitstellen is plan Z.