De hele week was ik al nerveus voor deze zondag. 45km, dat is wel héél ver. Na de bijna 30 km van vorige week was ik wel moe en lieten de benen ook van zich horen. Maar de dag nadien is dat dan wel zo goed als voorbij. Maar nu is het nog 15 km verder. Voordeel is wel dat ik de weg niet zelf moet zoeken. Gewoon de markering volgen. Maar ja, die is soms nogal redelijk subtiel, dus je moet echt goed opletten.
Eerlijk: naarmate de week vordert, zie ik het steeds minder zitten, maar blijf er wel van overtuigd dat het een goeie mentale oefening is.
3u30: ik schiet wakker.... "sh*t, oversla... oh, oef, nee toch niet... zzzz...."
5u: "echt, nu al?" Ja, echt, nu al, tijd om er uit te gaan en mezelf klaar te maken. Na 10 minuten mezelf op te peppen steek ik mijn voeten uit bed. Gelukkig heb ik gisteren eigenlijk alles al klaar gezet. Het is enkel aankleden, soep opwarmen, hielen intapen tegen de blaren en eten. Dat laatste steekt me eigenlijk al tegen... geen goed begin. De banaan en de skyr prop ik naar binnen. De boterhammen neem ik dan wel mee voor in de auto. Om 5u54 vraag ik Jeroen: "kunnen we?". Het antwoord: "nog 6 minuten, dan is de avondklok afgelopen". 😖 Om 6u01 start Jeroen de auto en vertrekken we. De zon komt op. Geen bloedrode hemel vandaag. Hopelijk heeft de weerspreuk ("ochtendrood geeft water in de sloot") gelijk en blijft het vandaag droog. De app van het KMI zegt alvast van niet. Onderweg besef ik ook dat ik mijn boterhammen vergeten ben. Tja, dat is dan jammer. Jeroen heeft alvast een ontbijt dan. Na een rit van 45 minuten zet Jeroen me af op het kruispunt van Pulderdijk en Boskant in Zandhoven. Hij doet dat op zijn eigen romantische manier: "allez, tot straks hè". Om dan toch nog ff te vragen "Stuur je af en toe eens een berichtje?".
Ik begin te wandelen, niet te snel, rustig de spieren warm maken. Het eerste stuk is al meteen een lang stuk rechtdoor over asfalt. Dat de etappe veel langs de velden loopt wist ik vooraf. Niet mijn favoriete decor, maar ja, soms moet je je daar gewoon over zetten. Al snel had ik door dat die saaie stukken regelmatig onderbroken werden door een fijn doorsteekje of een stukje bos. Na een uur kwam ik aan de E34. Om 1 of andere reden vind ik hoogtes niet fijn. En zeker zo'n grote bruggen over de autostrade waar je een ijzeren reling hebt waar je makkelijk over kunt vind ik eng. Ik ben dan steeds bang dat ik iets naar beneden laat vallen. Om het monster dan maar meteen in de bek te kijken besloot ik eerst de brug over te lopen en dan een eerste stop in te lassen. Hoewel er een soort voetpad was, liep ik toch liever over de weg... een beetje verder van de reling voelde gewoon veiliger. Na het halve ontbijt kreeg ik wat honger ook. Ik vulde mijn drinkenbus bij en nam een mueslireep. In plaats van een WhatsAppje naar Jeroen te sturen besloot ik een filmpje te maken. Voor de kinderen leuker. En Jeroen ziet meestal heel snel hoe ik me voel. Moest ik mezelf dan in de loop van de dag echt compleet voorbij lopen, zou hij dat wel door hebben en ingrijpen (hoop ik toch).
|
Zo onder de wandelboom voel ik me toch een klein beetje een avonturier |
Ik hield de stop zo kort mogelijk. De eerste 5 km zaten er nu wel op, maar dat is ook maar 1/9 van de totale afstand. Weer op pad kwam ik 200m verder bij het Boshuisje. In "gewone" tijden een gezellig plekje om wat te drinken. Helaas, geen gewone tijden. Take away hadden ze wel, alleen niet om 8u 's morgens. De route liep door het Zoerselbos, volgens de infoborden het toneel van "De Loteling" van Hendrik Conscience. Over het boek kan ik verder niets vertellen. Maar het bos is alvast erg mooi en hou ik voor een wandeling deze zomer in het achterhoofd. Aan de bushalte aan de Sint Antoniusbaan las ik een 2de pauze in. 9,5 km ver. De weergoden besluiten toch nog een beetje regen te schenken. Bril en regen gaan niet zo goed samen. Daar moet ik toch eens een oplossing voor vinden. Ik vond een super mooie hoed van Tilley die waterafstotend is, een brede rand heeft tegen de zon en niet de "wandeloma met hoge opgetrokken wollen sokken"hoedjes-look heeft. Alleen, het prijskaartje was ook mooi. Ik heb sowieso nog een heleboel spullen nodig. De hoed is minder essentieel dan een tent, rugzak of slaapgerief. Alhoewel, zo zonder bril was de bewegwijzering toch een heel stuk moeilijker te vinden. Op de kaart had ik van te voren gezien dat ik nu een grote rotonde zou passeren. Die grote rotonde bleek in werkelijkheid een "gewone" straat te zijn, met huizen in het midden. Verder door kwam ik aan een bekend stukje: café Trappisten. Niet dat ik dat ik dat ooit bezocht heb. Maar vroeger zijn we met de Chiro en VSV toch een flink aantal keer op weekend geweest in "Drieboomkensberg". Dat café passeer je dan ook. Helaas, nu gesloten en geen enkele beweging te zien. Het regenen was gestopt. De KMI app vond dat het de komende uren niet meer zou regenen, dus ik haalde mijn bril terug boven. Dat is toch net iets handiger. De route liep langs de abdij. En ik had het juiste uur gekozen: de imposante klokken werden geluid.. "Meneer pastoor roept", zou papa zeggen. Geen tijd voor vandaag. Toen ik aan de achterkant van de abdij een zandweg in sloeg klonk er plots een beiaard. Nooit geweten dat de abdij in Westmalle een beiaard heeft. Ik hield daar een 3de stop en haalde de trailmix boven. Niet omdat ik super veel honger had, eerder om de man met de hamer voor te zijn. Die trailmix bleek later inderdaad een ideaal tussendoortje te zijn. Af en toe een handje grabbelen in mijn jaszak en door de variatie eet je niet de ganse zak in 1 keer leeg.
Het volgende tussendoel was het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het eerste deel ging door het bos en was aangenaam wandelen. Na het bos volgde een heel stuk door het open veld. In de zomer is dit vast een heel mooi stukje om te wandelen, al zal je op mooie zondagen best goed rekening moeten houden met de vele mountainbikers. Maar met de gure tegenwind stak dit stuk me echt wel tegen. Eindeloos rechtdoor, door het open veld, geen kat de bekennen, alleen mountainbikers die het liefst van al vies keken en zelfs een goeiedag te veel moeite vonden. Wat demotiveerde dat. Eindelijk bereikte in het kanaal. Helaas, ook café "Het Trapke Op" was dicht. Dus geen koffie of iets anders warms. Ik besloot mijn tocht verder te zetten en in het centrum van Brecht mijn middagstop te houden. Maar ondertussen begonnen mijn benen echt wel te zeuren. Langs het kanaal passeerde ik vooral wielertoeristen en wat zondagswandelaars. Die waren zo mogelijk nog norser dan de mountainbikers. Halverwege het jaagpad zag ik plots een picknickbank en at ik alvast mijn soep op. De wind had hier vrij spel en ik kreeg het algauw veel te koud om nog lang te blijven zitten. Met tegenzin ging ik weer op pad. Maar helemaal verkleumen was nog minder aanlokkelijk. Ik wist dat ik in het dorp van Brecht op de helft zou zijn. Daar trok ik mezelf aan op. De GR5 loopt door het park aan het gemeentehuis. Al snel had ik een picknicktafel in de gaten. Een beetje beschut door de gebouwen, veel aangenamer dan die aan het kanaal dus. Hoewel ik niet echt honger had, at ik toch een paar boterhammen en de tomaatjes op. Weer wat minder gewicht in de rugzak... Ik verplichte mezelf om toch een half uur te blijven zitten. Niet gemakkelijk. Want heel warm is het nog niet dus koel je snel af.
De rust deed deugd. Vol goede moed vertrok ik voor het tweede deel van de dag. Mijn benen deden geen pijn meer. Stilletjes sloop de gedachte "ghoh, misschien haal ik het wel gewoon" binnen. Ik had mijn gsm tijdens de rustpauze aan mijn powerbank gekoppeld. Het komende stuk zou weer veel langs velden zijn, met wind tegen. Een streepje muziek of een podcast om de lange, rechte stukken wat op te vrolijken leek me wel een goed idee. De volgende gekende plek is het station Noorderkempen. Hier was het even zoeken hoe de route aan de andere kant verder liep. Ik was wel blij dat ik de gps mee had want anders had ik toch lang moeten zoeken naar een markering. Al snel liep ik inderdaad terug door de velden. Maar met de podcasts van "Interne Keuken" was het toch een heel stuk aangenamer. Ook hier kwam ik een aantal zondagwandelaars tegen. En hoewel ik nu mijn vriendje Uixi mee had, blijft het toch een dingetje om zo "open en bloot" te plassen. Van mannen verwacht je dat precies. Maar ik voelde me toch nog niet zeker genoeg om te plassen met publiek. Het grote voordeel is nu wel dat je gewoon blijft staan en niet met de billen bloot hoeft. Van een eindje weg zie je dus niet wat je precies aan het doen bent. Tijdens de middagrust had ik al besloten om nu bij elk bankje toch even te pauzeren. Hoewel het terug vertrekken dan steeds tegen steekt, zou het de kans om de volledige 45km uit te lopen wel vergroten als ik genoeg aandacht had voor rustmomenten. Je zult altijd zien dat je dan net geen banken meer tegen komt. Dus toen ik eindelijk een kapelletje tegen kwam, kwam dat redelijk gelegen.
Nog een snelle blik op de gps: het volgende tussendoel was Wuustwezel Dorp.
Na nog een eindje kwam ik terug in de bewoonde wereld. Ik passeerde langs De Godelievezaal... 20 jaar geleden dé hotspot van de Noorderkempen. Als je een hippe fuif wou organiseren was dat "the place to be". Maar vandaag volledig verlaten. De hoek om kwam ik voorbij CC De Kandans. Nog zo'n plekje met mooie herinneringen. De GR stickers leidde mij verder door de woonwijken en langs het skatepark. Dat was niet het eerste dat ik tegenkwam vandaag. En net zoals de anderen: een beetje een triestige bedoening eigenlijk. Zeker als je het skatepark van Kalmthout er mee vergelijkt. Een Chirogroepje speelde een beetje verder. Even stak het toch wel... zondagmiddag rond een uur of 3... iedereen knus, gezellig,... een beetje quality-time, warm binnen, met een lekkere tas koffie, een goed boek of wat muziek, ...
"Bon, nee, zo gingen we niet denken!" Hoewel ik wandelen echt geen straf vind, ik ben en blijf eigenlijk toch vooral een huismusje. Naar buiten gaan en er op uit trekken zal altijd wel iets zijn wat ik mezelf moet opleggen. Zeker als het grauw, grijs en koud is. De podcast van Interne Keuken verzachtte het toch een beetje.
Na een lus stak ik de N113 en even later de N111 over en passeerde zo Sterbos. Juist op de kruising richting Achterbroek vond ik nog een bankje. En hoewel het ondertussen terug was beginnen regenen besloot ik ook hier weer even te rusten. De oortjes borg ik terug op. Het zou zonde zijn om ze te laten "verregenen".
36 km afgelegd. De laatste 10 km dus. De benen waren wel moe. Maar niet op zo'n manier dat ik mee daar meteen zorgen over maakte. Voeten voelden ook ok, geen blaren of pijnlijke punten. Na een kwartier rust trok ik weer verder. Langs de Ponydreef richting Witgoorsebaan. Daar maakte de GR nog even een omweg door het bos. Niet erg, want een perfecte plasplek. Ik was juist alles terug in mijn rugzak aan het organiseren toen ik verrast werd door een hagelbui. Een snelle blik op de KMI app vertelde dat ik de komende uren nog meer regen kon verwachten dus besloot ik toch maar mijn regenbroek aan te trekken. Ik zou vanaf dit punt tot thuis enkel door de velden lopen zonder enige schuilmogelijkheid. Bij het uitzoeken van deze route had ik thuis nog gezegd: "pfff... die GR5 gaat helemaal langs de Witgoorsebaan, dat wordt een ellendig stuk". Dat was goed ingeschat: 2 km asfaltbaan, altijd rechtdoor, met auto's die deze baan als sluipweg gebruiken en voorbij vlammen. Juist in de bebouwde kom kwam ik terug een bankje tegen. Ook hier besloot ik even uit te rusten en de verbaasde blikken van voorbijkomende autobestuurders te negeren. Het werd nu wel duidelijk dat mijn vooraf bepaalde doel (thuiskomen voor het donker) erg nipt werd. Ik diepte mijn fluohesje op, propte mijn regenbroek terug in de rugzak, bekeek op de kaart nog eens het laatste stukje van de route, bedacht een volgend pipiplekje, zuchtte nog eens diep en vatte die laatste 5 kilometers aan.
|
Tot ziens GR5! |
Het grote voordeel van gekend terrein is dat je vooraf bepaalde kleinere punten kan vooropstellen als tussendoelen. Het nadeel is dat dat ook flink kan tegenslaan als het wat minder vlot gaat. Eenmaal de Brasschaatsteenweg over gestoken liep de GR langs het Kruisbos richting Kalmthout. Weer door de velden. Hier komen we wel eens tijdens een fietstocht. Maar wandelend lijken de afstanden plots veel groter. Zeker als je moe bent. De kerktoren had ik al wel in zicht. En de ondergaande zon zette alles in een mooie gloed. Na de kruising met Beekdal bedacht ik plots "ghoh, nu opletten want je mag sffs niet de GR blijven volgen". Waar de GR naar zuiden afbuigt, moest ik naar het noorden. Nog 3 km, dat moet lukken. De watertoren kon ik al zien.
Na het oversteken van de Achterbroeksteenweg was het vat plots echt leeg. Lopen ging nog, maar traag. Later zou ik in de Fitbit app ook echt zien dat het tempo vanaf dan terug liep van een 5 km/u gemiddeld naar 4 km/u. Nu was het echt doorgaan op karakter. Die laatste 2 km nog moeten bellen "kom mij maar halen" vond ik er echt over. Ik nam echter wel een kortere route: langs het Noordeind ipv binnendoor. Voor de laatste 500m besloot ik nog 5 minuten te zitten. Kijkend naar de passerende auto's bedacht ik: "Wat zouden we eten? Misschien heeft Jeroen frietjes besteld en is dat die auto die onze bestelling brengt". Na nog een intern peptalkje liep ik verder. Oef... wat is dat stijl aan die overweg. René Willemestraat, pfff, en nu dat vervelend stuk vals plat omhoog... Den Dijk... daar is ons huis...
Even kijken over de poort... nhee, echt, 't zijn frietjes. Schoenen snel losmaken en naar binnen. Mijn rugzak en jas ongeveer ter plekke laten vallen. En onder applaus aan tafel aangeschoven. De frietjes bleken inderdaad 10 minuutjes eerder geleverd te zijn. Het eten is een tof moment. Iedereen content dat het gelukt is. Jeroen grapt nog: "allez, nu heb ik mijn vrouw ergens 45 km ver weg afgezet. Maar nu is die toch wel terug gekomen. De volgende keer nog wat verder. En geen gps mee". Ja Jeroen, ik heb u ook gemist ;-).
De rest van de avond heb ik niks meer gedaan. De douche deed wel deugd. Maar mijn benen wilden echt niet meer mee. Voor de rest was ik eigenlijk niet ontzettend moe. Redelijk vroeg voor mijn doen ben ik gaan slapen. En hoewel het een redelijk onrustige slaap was (veel wakker geworden doordat omdraaien nogal pijnlijk was) was ik om 7u30 klaarwakker en helemaal uitgerust. Mijn heupen en enkels bleken wel nog pijnlijk stijf te zijn, vooral langs de rechterkant. Deze dag heb ik verlof genomen, een beetje niksen (hoewel, blog schrijven is niet niksen natuurlijk) en sffs misschien toch maar even gaan fietsen. De voeten zien er OK uit. Al blijkt nu wel dat ik toch een kleine blaar op mijn hiel heb gelopen. En elk uur gaat het stappen terug wat beter.
Terugkijkend: Die 45 km was een mooie uitdaging. De mentale uitdaging was een goede voorbereiding. Het was vooral opgevat als mentale test: kan ik de knop omdraaien als het moeilijk wordt? Kan ik het zelfmedelijden uitschakelen? Kan ik, een vooraf onmogelijk lijkende, fysieke uitdaging, mentaal omdraaien? Dat lijkt wel gelukt. Hoewel het natuurlijk nog veel erger kan, was het weer en vooral de wind een extra uitdaging bovenop de afstand.
En voor diegenen die het zich nu afvragen: nee, geen dodentocht voor mij. Daar zie ik echt de lol niet van in. Veel te lang en veel te ver.